Vertalingen bring up EN>NL
to bring up | openen (ww.) ; vormen (ww.) ; voorleiden (ww.) ; uitbraken (ww.) ; ter sprake brengen (ww.) ; te berde brengen (ww.) ; starten (ww.) ; spuwen (ww.) ; spugen (ww.) ; overgeven (ww.) ; opwerpen (ww.) ; opvoeren (ww.) ; opvoeden (ww.) ; opperen (ww.) ; ophalen (ww.) ; op tafel leggen (ww.) ; omhooghalen (ww.) ; kotsen (ww.) ; grootbrengen (ww.) ; gesprek aanknopen (ww.) ; entameren (ww.) ; braken (ww.) ; aanvoeren (ww.) ; aansnijden (ww.) ; aanknopen (ww.) ; aankaarten (ww.) |
bring up | dresseren ; opleiden ; kweken |
Bronnen: interglot; Vlietstra; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `bring up`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: cut